Berichten

Bouw fietsbrug over Volhardingslaan in Deinze gaat van start

Begin maart 2021 gingen de werken aan de fietsbrug over de Volhardingslaan in Deinze van start. Verwacht wordt dat de brug klaar is over een tiental maanden (200 werkdagen). Vanaf dan zal de nieuwe fietsbrug voor fietsers en voetgangers een veilig alternatief zijn voor het oversteken van de drukke gewestweg N35 (Volhardingslaan). Een belangrijke missing link op de fietssnelweg F7 van Deinze richting Kortrijk en Gent wordt zo weggewerkt.

Fietsbrug werkt missing link op F7 weg

Het project omvat niet alleen een grote fietsbrug over de Volhardingslaan. Er worden ook twee aanrijhellingen gerealiseerd ter hoogte van de Velostraat aan de oostkant van de gewestweg en ter hoogte van de Sint-Hubertstraat aan de westkant. De nieuwe fietsinfrastructuur betekent ook goed nieuws voor de bereikbaarheid van het station van Deinze. De fietssnelweg F7 geeft via de nieuwe brug immers niet enkel toegang tot het station en de stad, maar biedt ook een veilige en vlotte aansluiting op de fietssnelweg F37 richting het West-Vlaamse Tielt, Roeselare en Ieper.

“De fietsbrug in Deinze is zowel technisch als organisatorisch een huzarenstukje.  Ik ben blij dat we na het lange voorbereidingstraject en door een goede samenwerking met de verschillende partners de schop eindelijk in de grond kunnen steken. Stevige investeringen in fietsinfrastructuur zijn meer dan ooit noodzakelijk om jong en oud te stimuleren vaker de fiets te nemen.”

gedeputeerde Riet Gillis, bevoegd voor Mobiliteit

De F7 biedt ook een schitterend alternatief aan fietsers voor de N43 (Kortrijkse steenweg). De fietssnelweg loopt immers parallel met de gewestweg vanaf Waregem tot in Gent. De fietssnelweg is een vlot en veilig alternatief tussen Waregem, Zulte, Deinze, Sint-Martens-Latem, De Pinte en Gent.

Fietsknooppunt Deinze

Stad Deinze is al langer een voortrekker in fietsbeleid. Het stadsbestuur gaat resoluut voor groene fiets- en wandelassen in een autoluwe binnenstad met een modern station als (fiets)knooppunt dat de fiets centraal stelt. De stad werd dan ook al meermaals bekroond tot Fietsstad: in 2015, 2018 én zeer recent ook in 2020. Als centrumstad met een groot aantal scholen en bedrijven vormt Deinze een belangrijke schakel in het provinciale fietssnelwegenverhaal.

“Deinze zet al vele jaren in op haar fietsbeleid. De fietsbrug over de Volhardingslaan is een essentieel onderdeel in het fietsroutenetwerk van Deinze en zal het gebruik van de fiets in onze stad alleen maar doen toenemen.”

burgemeester Jan Vermeulen, bevoegd voor Duurzaamheid en Fietsbeleid

“Reeds twaalf jaar geleden bracht ik met de provinciale ambtenaar een plaatsbezoek om de noodzaak van een brug aan te kaarten. Omdat de fietsbrug zowel vanuit de Sint-Hubertstraat als vanuit de Velostraat bereikbaar zal zijn, biedt deze fietsbrug aan onze inwoners en alle fietsers in Deinze een veilige oversteek van de Tweebruggenlaan (N35)”

schepen Bart Van Thuyne, bevoegd voor Mobiliteit

Forse investering met sterke partners

De totaalsom voor de bouw van de fietsbrug en bijbehorende aanrijhellingen bedraagt 3 478 601,19 EUR incl. btw. De uitbouw van deze brug is een initiatief van Provincie Oost-Vlaanderen en wordt mee mogelijk gemaakt door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Agentschap voor Wegen en Verkeer (AWV) van het Vlaamse Gewest. Respectievelijk dragen deze partners 760 000 EUR en 600 000 EUR bij aan de realisatie van de fietsbrug. Ook voor de financiering van de aansluitende aanrijhellingen wordt een beroep gedaan op het Vlaamse Gewest, waarbij via het Fietsfonds een subsidie van 50% verleend wordt. Daarnaast werkt ook Infrabel mee aan het verhaal door de investering voor de aanleg van een dienstpad op zich te nemen en de  fiets- en voetgangerstunnels van de Sint-Hubertstraat en de Velostraat grondig te renoveren.

Mijlpaal

De bouw van de fietsbrug in Deinze is een mijlpaal in de ontwikkeling van de F7, maar het werk is nog niet af. Het Oost-Vlaamse provinciebestuur houdt vast aan de ambitie van een volledig afgewerkte fietssnelweg F7 vóór het einde van deze legislatuur, van aan de provinciegrens in Waregem tot in Gent (De Pintelaan). De voorbereiding voor het wegwerken van de resterende missing links is volop bezig:

  • Voor het traject tussen de Tonnestraat en de Nachtegaalstraat in Deinze lopen op dit moment de procedures voor de grondverwerving. Als deze verder vlot verlopen, vraagt de Provincie nog dit jaar de omgevingsvergunning aan;
  • Het traject tussen de Meylegemstraat en de Kruishoutemstraat in Zulte zit in voorontwerpfase;
  • Voor de fietstunnel in de Drogenboomstraat in Zulte werkt de provincie op dit moment aan het bestek voor de studieopdracht. Tegen het einde van het jaar of begin volgend jaar zou deze studie afgerond moeten zijn, zodat begin of midden volgend jaar een omgevingsvergunningsaanvraag kan ingediend worden.

In Astene buigt de fietssnelweg ter hoogte van de Karrestraat even af van de spoorweg. Het is een tijdelijk alternatief door middel van een fietsstraat, in afwachting van de doortrekking van de fietssnelweg F7 langs het spoor. Alle besturen, zowel de Provincie, stad Deinze, Infrabel als AWV ambiëren om dit tracé rechtdoor te kunnen trekken. Infrabel en AWV onderhandelen daarvoor over het afsluiten van de overweg ter hoogte van de gewestweg N437 (Klapstraat) en plannen er een brug te bouwen. Dat zal toelaten om de fietssnelweg langs het spoor door te trekken, waardoor ook daar de komende jaren de werken starten.

Realisatiestatus F7

Vanaf de Burggravenlaan in Gent tot aan de provinciegrens is de F7 op Oost-Vlaams grondgebied bijna 27 km lang. Daarvan is circa 80% of zo’n 21,5 km gerealiseerd. De komende 3 jaar is er dus nog een 20% (ongeveer 5,3 km) te gaan. Hiermee komt de volledige realisatie van de F7 op Oost-Vlaams grondgebied in zicht.

Provinciale subsidies voor onderhoud bevorderen gebruik fietssnelwegen

De Provincie Oost-Vlaanderen verleent dit jaar in totaal 126 000 EUR subsidie voor het onderhoud van bijna 160 kilometer fietssnelweg in 27 verschillende Oost-Vlaamse gemeenten. Sinds 2020 biedt de Provincie via een nieuw subsidiereglement financiële ondersteuning aan gemeenten voor het regulier onderhoud van fietssnelwegen op hun grondgebied. Uit het aantal subsidieaanvragen blijkt dat gemeenten voor het tweede jaar op rij opnieuw gretig gebruik maakten van die mogelijkheid tot ondersteuning.

De aanleg van goede fietsinfrastructuur is een belangrijke voorwaarde om meer mensen voor de fiets te doen kiezen. Maar het is minstens even belangrijk om de bestaande infrastructuur goed te onderhouden. Op die manier blijven de fietssnelwegen comfortabel, veilig en aantrekkelijk, en blijven mensen ook op langere termijn voor de fiets kiezen.

Het staat vast dat het netwerk van fietssnelwegen een belangrijke plaats inneemt in het aanbod van goede fietsinfrastructuur. De fietssnelwegen verbinden de Oost-Vlaamse woonkernen, dorpen, steden en economische knooppunten en vormen één van de sleutels naar een meer duurzame bovenlokale mobiliteit.

De Provincie staat in voor de ontwikkeling en de aanleg van het netwerk van fietssnelwegen. Het onderhoud nadien is echter, conform de Vlaamse regelgeving, een taak van de gemeenten.

“In het kader van een duurzaam mobiliteitsbeleid wil de Provincie de gemeenten ondersteunen in het onderhoud van de fietssnelwegen. Een regelmatig onderhoud draagt in belangrijke mate bij tot de veiligheid en het comfort van de fietsers en verhoogt bovendien de belevingswaarde aanzienlijk.”

gedeputeerde Riet Gillis, bevoegd voor Mobiliteit

Met een toelage van 800 EUR per kilometer vrijliggende fietssnelweg wil de Provincie de Oost-Vlaamse gemeenten stimuleren om blijvend werk te maken van een kwalitatief onderhoud van de fietssnelwegen. Daarnaast organiseert de Provincie ook regelmatig info- en netwerkmomenten voor de gemeentelijke medewerkers en andere betrokkenen rond het onderhoud van de fietssnelwegen.

In Oost-Vlaanderen is op dit moment 312,5 kilometer vrijliggende fietssnelweg gerealiseerd. Voor 2021 vroegen 27 lokale besturen subsidies aan met betrekking tot het onderhoud van in totaal 159 kilometer fietssnelweg. De totale financiële ondersteuning waar de gemeenten op die manier aanspraak kunnen op maken, bedraagt 126 000 EUR. Ter vergelijking: in 2020 werd voor 112 000 EUR subsidies uitgekeerd voor het onderhoud van in totaal 140 kilometer fietssnelweg.

Het regulier onderhoud van gemeenten dat in aanmerking komt voor provinciale subsidies omvat de volgende werkzaamheden:

  • Maaien: minstens twee keer per jaar, 1 meter aan weerszijden van de fietsweg zodat de volle breedte van de fietsweg vrij blijft.
  • Vegen: de fietsweg zo vaak als nodig vegen zodat fietsers geen hinder ondervinden van bladval en andere vervuiling van het wegdek.
  • Snoeien: van bomen en houtkanten zodat de fietsweg zelf vrij blijft.
  • Ruimen: van grachten en waterlopen naast de fietssnelweg in het beheer van de gemeente zodat wateroverlast op de fietssnelweg vermeden wordt.
  • Winterdienst: het sneeuw- en ijsvrij maken van de fietsweg door middel van ruimen of strooien.

Nederland, België en Vlaanderen zetten schouders onder spoorlijn Gent-Terneuzen

Provincie Oost-Vlaanderen tekent intentieverklaring

Nederland, België en Vlaanderen gaan samen de ontsluiting van North Sea Port per spoor verder uitwerken. Daartoe ondertekenden diverse partijen, waaronder Provincie Oost-Vlaanderen, op woensdag 24 februari een intentieverklaring tijdens een bestuurlijke rondetafelbijeenkomst over het project Rail Gent-Terneuzen.

De ondertekenaars gaan samen verder plannen uitwerken voor een betere spoorontsluiting in North Sea Port tussen Gent en Terneuzen. Ze beogen hierbij drie infrastructuurprojecten: een nieuwe verbinding op de oostoever tussen het Nederlandse Axel en het Belgische Zelzate, een nieuwe zuid-oostboog in het spoor ten oosten van de Sluiskilbrug (Nl), en de uitbreiding en ontsluiting naar het noorden van de spoorbundel ‘Zandeken’ aan het Kluizendok (B).

Nederland en België/Vlaanderen voorzien samen vier miljoen euro (50/50) voor de verdere planuitwerking van Rail Gent-Terneuzen. De ondertekenaars zijn hoopvol dat Europa dit unieke grensoverschrijdende spoorproject mee financiert en zullen zich daarvoor gezamenlijk inzetten. Met de ondertekening van de intentieverklaring kondigt zich een nieuwe fase aan in de projectontwikkeling: de nadere uitwerking van de plannen tot 2024. De intentieverklaring voorziet ook in afspraken voor de verdere invulling van het proces en criteria om keuzes te maken.

Sterke samenwerking

De intentieverklaring werd ondertekend door de Nederlandse staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven, de Belgische minister van Mobiliteit Georges Gilkinet, en de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters. Aan Belgische en Vlaamse zijde tekenden het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderende Stad Gent en de Oost-Vlaamse gouverneur Carina Van Cauter de verklaring. Aan Nederlandse zijde tekenden de Provincie Zeeland, de gemeente Terneuzen en ProRail mee. Als Nederlands-Vlaamse haven ondertekende ook North Sea Port de intentieverklaring.

“De intentieverklaring is een nieuwe mijlpaal voor de verbetering van het spoornetwerk tussen Gent en Terneuzen en brengt personenvervoer een stap dichterbij.”

Carina Van Cauter, gouverneur provincie Oost-Vlaanderen

Een grensoverschrijdende regio met betere en duurzame ontsluiting

Het gebied rond Gent en Terneuzen ontwikkelt zich meer en meer tot één samenhangende grensoverschrijdende regio, bijvoorbeeld inzake arbeidsmarkt, woningmarkt, cultuur en zorg. De fusie van North Sea Port tot een grensoverschrijdende haven in 2018 versterkt deze ontwikkeling.

De ondertekenende partijen uit Nederland, België en Vlaanderen delen deze ambitie voor regionale groei en de ontwikkeling van een dynamisch en florerend North Sea Port. Een verdere ontwikkeling van de spoorontsluiting in het havengebied is daarbij essentieel. Die zorgt immers voor een betere bereikbaarheid van de bedrijven.

“‘Meer en beter spoor is cruciaal voor de verdere ontwikkeling van North Sea Port waar 525 bedrijven actief zijn en 100.000 mensen een job hebben.”

Kurt Moens, eerste gedeputeerde

Het bevordert de ontwikkeling van het multimodaal vervoer in de haven waardoor het spoor beter kan samengaan met vervoer van goederen via binnenvaart, zeevaart, weg en pijpleiding. Extra spoorontsluitingen passen ook in het klimaatbeleid door in te zetten op duurzaam transport en leefbaarheid rond en in het havengebied. Dit kan in de toekomst ook reizigersvervoer per trein mogelijk maken.