Fietsgebruik op Oost-Vlaamse fietssnelwegen neemt sterk toe

Tussen 24 en 30 september 2021 werd het fietsgebruik gemeten langs 12 fietssnelwegen verspreid over de provincie Oost-Vlaanderen: F4 Antwerpen-Gent, F7 Gent-Kortrijk, F27 Aalst-Londerzeel, F41 Zelzate-Antwerpen, F42 Gent-Brugge, F44 Gent-Mechelen, F45 Kortrijk-De Pinte, F400 Gentse fietsring, F404 Gent-Merelbeke, F411 Sint-Niklaas-Hulst, F416 Denderleeuw-Geraardsbergen en F417 Gent-Zottegem.

Uit dit fietstelonderzoek blijkt dat het fietsgebruik op Oost-Vlaamse fietssnelwegen sterk is toegenomen. In totaal zijn gedurende de hele meetperiode meer dan 100 000 fietsbewegingen geteld.

Meeste fietsers ter hoogte van de stedelijke gebieden

Gemiddeld worden per dag de meeste fietsers geteld in Lokeren, Aalst, Sint-Niklaas, Deinze en Gent. De meest drukke plek is het centrum van Lokeren op de F4 Antwerpen-Gent met meer dan 1 900 fietsbewegingen per dag. Daarna volgt het centrum van Aalst op de F27 Aalst-Londerzeel met bijna 1 600 fietsers per dag en het centrum van Sint-Niklaas en Deinze, respectievelijk op de F4 Antwerpen-Gent en de F7 Gent-Kortrijk met rond de 1 500 fietsbewegingen per dag. Ook ter hoogte van de parkbosbruggen in Gent werd, op de F7 Gent-Kortrijk, meer dan 1 300 fietsbewegingen per dag geteld.

Functioneel belang

De recente cijfers tonen aan dat er op de Oost-Vlaamse fietssnelwegen gemiddeld het meest gefietst wordt op weekdagen. Meer dan 72% van de fietsbewegingen zijn geteld op weekdagen ten opzichte van 28% in het weekend. Dat wijst op het functioneel belang van de fietssnelwegen in het kader van woon-werk- en woon-schoolverkeer.

Sterke toename in fietsgebruik

In 2021 is er een toename van 21% in het fietsgebruik op de Oost-Vlaamse fietssnelwegen vergeleken met een gelijkaardige meting in 2018 (104 494 ten opzichte van 86 724 fietsbewegingen). Opvallend is dat in het weekend het fietsgebruik veel sterker is toegenomen dan op weekdagen (respectievelijk 50% ten opzichte van 12%). De weersomstandigheden in 2018 en 2021 waren relatief vergelijkbaar.

In Gent werd de grootste stijging opgetekend op de F400 Gentse fietsring ter hoogte van de Drongensesteenweg met bijna 650 extra fietsers per dag. Deze werd gevolgd door de F7 Gent-Kortrijk ter hoogte van.de parkbosbruggen met meer dan 400 extra fietsers per dag. Ook op de fietssnelweg F4 Antwerpen-Gent is er zowel in Beveren (t.h.v. het station) als in Sint-Niklaas (t.h.v. het Westerplein) een toename van rond de 300 fietsers extra per dag.

Investeringen in fietssnelwegen lonen

De afgelopen jaren investeerde de Provincie Oost-Vlaanderen samen met de Vlaamse overheid en heel wat andere partners in talloze fietssnelwegprojecten: de aanleg van een nieuwe fiets- en voetgangerstunnel onder de Drongensesteenweg op de F400 Gentse fietsring, de realisatie van een fietsweg tussen het centrum van Beveren en de grens met Zwijndrecht op de F4 Antwerpen-Gent en de plaatsing van bewegwijzering langsheen de F4 Antwerpen-Gent en de F7 Gent-Kortrijk conform de routetaal fietssnelwegen. De toename in het fietsgebruik kan wijzen op de positieve impact van de recente investeringen.

“Tellingen tonen aan dat fietssnelwegen populair zijn bij de Oost-Vlaming. De Provincie Oost-Vlaanderen trekt de kaart van de fietser en zet zich in voor de versnelde uitbouw van het bovenlokaal functioneel fietsnetwerk (BFF). Fietssnelwegen vormen de ruggengraat van dit netwerk. Een fietssnelweg brengt je vlot, veilig en comfortabel naar je werk, de school of de winkel. Ook is de fietssnelweg geliefd als ommetje om je te ontspannen in je vrije tijd. Een fietssnelweg bied je een aangename en zo goed als autovrije fietsroute. Dat is goed voor je humeur, je gezondheid en het klimaat.”

gedeputeerde Riet Gillis, bevoegd voor Mobiliteit

Nieuwe realisatie op fietssnelweg F417 (Gent -) Melle – Oosterzele – Zottegem

Deeltraject Moortsele – Scheldewindeke (1,4 km) nu ook officieel geopend

Samen met de gemeenten Oosterzele, Melle en Zottegem, de Vlaamse overheid, de NMBS en Infrabel, werkt de Provincie Oost-Vlaanderen aan de realisatie van de fietssnelweg F417 (Gent -) Melle – Oosterzele – Zottegem. Het deeltraject Moortsele – Scheldewindeke (1,4 km) is al enkele maanden opengesteld voor fietsverkeer, maar een officiële opening was omwille van de coronamaatregelen niet eerder mogelijk.

Fietssnelweg op grondgebied Oosterzele

De fietssnelweg F417 Melle – Zottegem (16 km) loopt over een totale lengte van 9,3 km op het grondgebied van de gemeente Oosterzele. Het unieke eraan is dat dit dé fietsverbinding wordt tussen de dorpen van de gemeente Oosterzele, en dat de fietsweg tegelijk de link legt naar Melle (Gent) en Zottegem. Het is een vrijliggende fietsweg die, door de ligging langs de spoorlijn, de reliëfverschillen in de streek makkelijker kan overwinnen.

Het gerealiseerde traject van circa 1,4 km tussen de Van Thorenburglaan (Moortsele) en de Roosbroekstraat (Scheldewindeke) verbindt de kernen van Moortsele en Scheldewindeke met elkaar. Samen met de eerdere realisaties tussen Balegem-dorp en de provinciebaan N46, werd ondertussen 5,5 km van de 9,3 km fietssnelweg F417 op Oosterzeels grondgebied gerealiseerd. De overige 3,8 km van het traject door Oosterzele is in voorbereiding in diverse deelprojecten (Balegem – Scheldewindeke, Moortsele – Landskouter, Landskouter – Gontrode). Het merendeel zal jaar na jaar worden gerealiseerd. Op dit moment zijn de werken in uitvoering aan het 750 meter lange traject van aan de N46 op de Oosterzeelse gemeentegrens tot in Elene (Zottegem).

“Met de versoepeling van de coronamaatregelen zal ook het aantal pendelaars de komende weken en maanden opnieuw toenemen. De fiets vormt daarbij vaak een perfect alternatief voor de auto, mits voldoende goede fietsinfrastructuur. Redenen te meer om de fietssnelwegen in de kijker te zetten en als provincie verder te werken aan de versnelde ontwikkeling van het fietssnelwegennetwerk.”

gedeputeerde Riet Gillis, bevoegd voor Mobiliteit

Kwaliteit in een goede samenwerking

De Provincie trekt de realisatie van de fietssnelweg. De ontwerpen worden opgemaakt in nauw overleg met Infrabel, de gemeente Oosterzele, de NMBS en de Vlaamse overheid (Mobiliteit en Openbare werken en Natuur en Bos). De Provincie financiert de realisatie van de fietssnelweg met steun van de Vlaamse overheid (MOW, 50%) en treedt op als bouwheer. De gemeente Oosterzele trekt al jaren mee de realisatie van de fietssnelweg en stond in voor de grondverwervingen.

“Zottegem en Gent zijn niet gebouwd op één dag maar geef mij “ne velo” en ik rij er naartoe. Nog een beetje geduld en we komen er aan. Dit deel is hierin een belangrijke verbinding tussen Scheldewindeke en Moortsele/Landskouter.”

Schepen Christ Meuleman, bevoegd voor Mobiliteit

Voor Infrabel is veiligheid de eerste prioriteit. Omdat deze fietssnelweg grotendeels langs de spoorlijn (Melle – Geraardsbergen) loopt, bekijkt Infrabel met de gemeente de mogelijke alternatieven voor de overwegen.

Voor MOW betekent het deeltraject Moortsele-Scheldewindeke een essentiële schakel van de fietssnelweg tussen Gent en Zottegem. Door de realisatie van fietssnelwegen verhoogt het fietsgebruik, en mede hierdoor wil MOW het streefdoel uit het Vlaamse Regeerakkoord 2019-2024 halen: minstens 40% van de woon-werkverplaatsingen gebeurt tegen 2030 met duurzame modi.

 “Met veilige en comfortabele fietsinfrastructuur zullen we nog meer mensen verleiden om te fietsen. Zeker voor functionele verplaatsingen en woon-werkverkeer spelen fietssnelwegen en bovenlokale verbindingen een belangrijk rol. We willen bij iedereen een fietsreflex aanwakkeren en de fietsambitie verhogen.”

Vlaams minister Lydia Peeters, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare werken

Maatwerk en verlichting houdt rekening met kwetsbaarheid omgeving

Voor dit deelproject, tussen de Van Thorenburglaan (Moortsele) en de Roosbroekstraat (Scheldewindeke), beschikt de fietser over een 3,60 m brede fietssnelweg in asfalt (beperkte rolweerstand voor fietser). Er zijn voldoende brede schrikstroken waarin verlichting wordt geplaatst.

Het maatwerk situeerde zich op volgende vlakken:

  • De passage aan het perron van Moortsele: met specifieke betonnen constructies is een passage aan het perron van Moortsele toch mogelijk.
  • De passage door het bos in de zijvallei van de Molenbeek: met specifieke schanskorfconstructies werd een passage door dit natte gebied toch mogelijk.
  • Middeneiland: om het ongewenst inrijden van gemotoriseerd verkeer tegen te gaan, wordt aan de kant van de Roosbroekstraat een middeneiland voorzien.
  • Verlichting: de fietssnelweg passeert parallel aan de Molenbeekvallei en gaat door een klein zijvalleitje. Dit zijn gebieden met bijzondere natuurwaarden. In overleg met Natuur en Bos, de provinciale dienst Leefmilieu, het regionaal landschap en de lokale natuurvereniging, werd gekozen voor een aangepaste verlichting. Deze verlichting houdt meer rekening met de kwetsbare omgeving:
    • Er is kruispuntverlichting t.h.v. de Van Thorenburglaan.
    • Ter hoogte van het perron van Moortsele wordt gebruik gemaakt van de al aanwezige perronverlichting.
    • Parallel aan de spoorlijn en de Molenbeekvallei wordt gebruik gemaakt van specifieke amberkleurige verlichting.
    • Ter hoogte van het zijvalleitje komt er geen verlichting. Reden is onder meer de vleermuizenvliegcorridor. Er wordt gewerkt met belijning en vleermuisvriendelijke grondspotjes die de fietser begeleiden.
    • Richting Scheldewindeke wordt er in het open koutergebied met gedimde witte verlichting gewerkt.

Kostprijs

Voor het deelproject Van Thorenburglaan – Roosbroekstraat bedraagt de totale kostprijs voor de infrastructuurwerken 734 116 EUR (inclusief btw) en 39 356 EUR (inclusief btw) voor de verlichting. De realisatie werd gefinancierd door de Provincie Oost-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest (252 818 EUR).

De werken werden uitgevoerd door Grondwerken De Mol NV uit Lochristi.

Nieuwe fiets- en voetgangersonderdoorgang Drongensesteenweg geopend

De nieuwe fiets- en voetgangersonderdoorgang onder de Drongensesteenweg werd op woensdag 18 augustus 2021 plechtig geopend. De onderdoorgang biedt een veilige en vlotte route onder de Drongensesteenweg en verbetert de doorstroming van het gemotoriseerd verkeer.

Om de onderdoorgang te realiseren is gebruikgemaakt van de bestaande Griendijkbrug, waarvan de vloerplaat en de wanden gedeeltelijk zijn behouden. De onderdoorgang is naast de bestaande brug gebouwd en ermee verbonden. Een nieuwe dakplaat gaat zowel over de nieuwe onderdoorgang als over de oude Griendijkbrug. In het midden van de onderdoorgang is een lichtschacht voorzien tussen de beide rijrichtingen van de Drongensesteenweg om meer natuurlijk licht binnen te brengen. De nieuwe fiets- en voetgangersonderdoorgang is een belangrijke schakel in het ‘Westerringspoor’. Deze fietsroute verbindt Oostakker met het station Gent-Sint-Pieters via de Muide, Wondelgem, Mariakerke en de Brugse Poort.

De fietsroute Westerringspoor wordt dé fietsring rond Gent. Deze tunnel is daarin een belangrijke schakel. Iedereen kan nu kilometerslang op een breed fietspad autovrij én conflictvrij in één vloeiende lijn met de fiets van de Bourgoyen tot de Watersportbaan. Dit is het kwaliteitsniveau waar we voor de hele route, en eigenlijk voor de hele stad, naar streven.

Filip Watteeuw, schepen van Mobiliteit

De fiets is in Vlaanderen al langer aan een opmars bezig en die positieve fietstendens willen we verder stimuleren. Daarom trek ik de Vlaamse fietsinvesteringen in 2021 fors omhoog tot maar liefst 355 miljoen euro. Deze nieuwe fietstunnel en -onderdoorgang is een mooi voorbeeld van samenwerken tussen de Stad Gent, Vlaanderen, de provincie én Europa om vanuit een gedeelde fietsambitie snel te zorgen voor meer en betere fietspaden en fietssnelwegen.

Lydia Peeters, Vlaams minister van Mobiliteit

De Provincie Oost-Vlaanderen werkt samen met verschillende partners aan de versnelde uitbouw van het netwerk van fietssnelwegen. Met deze fietsonderdoorgang is een belangrijke missing link op de fietssnelweg F400 – de fietsring rond Gent – weggewerkt.

Riet Gillis, gedeputeerde Provincie Oost-Vlaanderen

De onderdoorgang werd gefinancierd door de Stad Gent, EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling), het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en de Provincie Oost-Vlaanderen.

  • Totale kostprijs: 2 642 868 EUR
  • Stad Gent: 827 468 EUR
  • EFRO: 915 400 EUR
  • AWV: 600 000 EUR
  • Provincie Oost-Vlaanderen: 300 000 EUR

Bouw fietsbrug over Volhardingslaan in Deinze gaat van start

Begin maart 2021 gingen de werken aan de fietsbrug over de Volhardingslaan in Deinze van start. Verwacht wordt dat de brug klaar is over een tiental maanden (200 werkdagen). Vanaf dan zal de nieuwe fietsbrug voor fietsers en voetgangers een veilig alternatief zijn voor het oversteken van de drukke gewestweg N35 (Volhardingslaan). Een belangrijke missing link op de fietssnelweg F7 van Deinze richting Kortrijk en Gent wordt zo weggewerkt.

Fietsbrug werkt missing link op F7 weg

Het project omvat niet alleen een grote fietsbrug over de Volhardingslaan. Er worden ook twee aanrijhellingen gerealiseerd ter hoogte van de Velostraat aan de oostkant van de gewestweg en ter hoogte van de Sint-Hubertstraat aan de westkant. De nieuwe fietsinfrastructuur betekent ook goed nieuws voor de bereikbaarheid van het station van Deinze. De fietssnelweg F7 geeft via de nieuwe brug immers niet enkel toegang tot het station en de stad, maar biedt ook een veilige en vlotte aansluiting op de fietssnelweg F37 richting het West-Vlaamse Tielt, Roeselare en Ieper.

“De fietsbrug in Deinze is zowel technisch als organisatorisch een huzarenstukje.  Ik ben blij dat we na het lange voorbereidingstraject en door een goede samenwerking met de verschillende partners de schop eindelijk in de grond kunnen steken. Stevige investeringen in fietsinfrastructuur zijn meer dan ooit noodzakelijk om jong en oud te stimuleren vaker de fiets te nemen.”

gedeputeerde Riet Gillis, bevoegd voor Mobiliteit

De F7 biedt ook een schitterend alternatief aan fietsers voor de N43 (Kortrijkse steenweg). De fietssnelweg loopt immers parallel met de gewestweg vanaf Waregem tot in Gent. De fietssnelweg is een vlot en veilig alternatief tussen Waregem, Zulte, Deinze, Sint-Martens-Latem, De Pinte en Gent.

Fietsknooppunt Deinze

Stad Deinze is al langer een voortrekker in fietsbeleid. Het stadsbestuur gaat resoluut voor groene fiets- en wandelassen in een autoluwe binnenstad met een modern station als (fiets)knooppunt dat de fiets centraal stelt. De stad werd dan ook al meermaals bekroond tot Fietsstad: in 2015, 2018 én zeer recent ook in 2020. Als centrumstad met een groot aantal scholen en bedrijven vormt Deinze een belangrijke schakel in het provinciale fietssnelwegenverhaal.

“Deinze zet al vele jaren in op haar fietsbeleid. De fietsbrug over de Volhardingslaan is een essentieel onderdeel in het fietsroutenetwerk van Deinze en zal het gebruik van de fiets in onze stad alleen maar doen toenemen.”

burgemeester Jan Vermeulen, bevoegd voor Duurzaamheid en Fietsbeleid

“Reeds twaalf jaar geleden bracht ik met de provinciale ambtenaar een plaatsbezoek om de noodzaak van een brug aan te kaarten. Omdat de fietsbrug zowel vanuit de Sint-Hubertstraat als vanuit de Velostraat bereikbaar zal zijn, biedt deze fietsbrug aan onze inwoners en alle fietsers in Deinze een veilige oversteek van de Tweebruggenlaan (N35)”

schepen Bart Van Thuyne, bevoegd voor Mobiliteit

Forse investering met sterke partners

De totaalsom voor de bouw van de fietsbrug en bijbehorende aanrijhellingen bedraagt 3 478 601,19 EUR incl. btw. De uitbouw van deze brug is een initiatief van Provincie Oost-Vlaanderen en wordt mee mogelijk gemaakt door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Agentschap voor Wegen en Verkeer (AWV) van het Vlaamse Gewest. Respectievelijk dragen deze partners 760 000 EUR en 600 000 EUR bij aan de realisatie van de fietsbrug. Ook voor de financiering van de aansluitende aanrijhellingen wordt een beroep gedaan op het Vlaamse Gewest, waarbij via het Fietsfonds een subsidie van 50% verleend wordt. Daarnaast werkt ook Infrabel mee aan het verhaal door de investering voor de aanleg van een dienstpad op zich te nemen en de  fiets- en voetgangerstunnels van de Sint-Hubertstraat en de Velostraat grondig te renoveren.

Mijlpaal

De bouw van de fietsbrug in Deinze is een mijlpaal in de ontwikkeling van de F7, maar het werk is nog niet af. Het Oost-Vlaamse provinciebestuur houdt vast aan de ambitie van een volledig afgewerkte fietssnelweg F7 vóór het einde van deze legislatuur, van aan de provinciegrens in Waregem tot in Gent (De Pintelaan). De voorbereiding voor het wegwerken van de resterende missing links is volop bezig:

  • Voor het traject tussen de Tonnestraat en de Nachtegaalstraat in Deinze lopen op dit moment de procedures voor de grondverwerving. Als deze verder vlot verlopen, vraagt de Provincie nog dit jaar de omgevingsvergunning aan;
  • Het traject tussen de Meylegemstraat en de Kruishoutemstraat in Zulte zit in voorontwerpfase;
  • Voor de fietstunnel in de Drogenboomstraat in Zulte werkt de provincie op dit moment aan het bestek voor de studieopdracht. Tegen het einde van het jaar of begin volgend jaar zou deze studie afgerond moeten zijn, zodat begin of midden volgend jaar een omgevingsvergunningsaanvraag kan ingediend worden.

In Astene buigt de fietssnelweg ter hoogte van de Karrestraat even af van de spoorweg. Het is een tijdelijk alternatief door middel van een fietsstraat, in afwachting van de doortrekking van de fietssnelweg F7 langs het spoor. Alle besturen, zowel de Provincie, stad Deinze, Infrabel als AWV ambiëren om dit tracé rechtdoor te kunnen trekken. Infrabel en AWV onderhandelen daarvoor over het afsluiten van de overweg ter hoogte van de gewestweg N437 (Klapstraat) en plannen er een brug te bouwen. Dat zal toelaten om de fietssnelweg langs het spoor door te trekken, waardoor ook daar de komende jaren de werken starten.

Realisatiestatus F7

Vanaf de Burggravenlaan in Gent tot aan de provinciegrens is de F7 op Oost-Vlaams grondgebied bijna 27 km lang. Daarvan is circa 80% of zo’n 21,5 km gerealiseerd. De komende 3 jaar is er dus nog een 20% (ongeveer 5,3 km) te gaan. Hiermee komt de volledige realisatie van de F7 op Oost-Vlaams grondgebied in zicht.

Provinciale subsidies voor onderhoud bevorderen gebruik fietssnelwegen

De Provincie Oost-Vlaanderen verleent dit jaar in totaal 126 000 EUR subsidie voor het onderhoud van bijna 160 kilometer fietssnelweg in 27 verschillende Oost-Vlaamse gemeenten. Sinds 2020 biedt de Provincie via een nieuw subsidiereglement financiële ondersteuning aan gemeenten voor het regulier onderhoud van fietssnelwegen op hun grondgebied. Uit het aantal subsidieaanvragen blijkt dat gemeenten voor het tweede jaar op rij opnieuw gretig gebruik maakten van die mogelijkheid tot ondersteuning.

De aanleg van goede fietsinfrastructuur is een belangrijke voorwaarde om meer mensen voor de fiets te doen kiezen. Maar het is minstens even belangrijk om de bestaande infrastructuur goed te onderhouden. Op die manier blijven de fietssnelwegen comfortabel, veilig en aantrekkelijk, en blijven mensen ook op langere termijn voor de fiets kiezen.

Het staat vast dat het netwerk van fietssnelwegen een belangrijke plaats inneemt in het aanbod van goede fietsinfrastructuur. De fietssnelwegen verbinden de Oost-Vlaamse woonkernen, dorpen, steden en economische knooppunten en vormen één van de sleutels naar een meer duurzame bovenlokale mobiliteit.

De Provincie staat in voor de ontwikkeling en de aanleg van het netwerk van fietssnelwegen. Het onderhoud nadien is echter, conform de Vlaamse regelgeving, een taak van de gemeenten.

“In het kader van een duurzaam mobiliteitsbeleid wil de Provincie de gemeenten ondersteunen in het onderhoud van de fietssnelwegen. Een regelmatig onderhoud draagt in belangrijke mate bij tot de veiligheid en het comfort van de fietsers en verhoogt bovendien de belevingswaarde aanzienlijk.”

gedeputeerde Riet Gillis, bevoegd voor Mobiliteit

Met een toelage van 800 EUR per kilometer vrijliggende fietssnelweg wil de Provincie de Oost-Vlaamse gemeenten stimuleren om blijvend werk te maken van een kwalitatief onderhoud van de fietssnelwegen. Daarnaast organiseert de Provincie ook regelmatig info- en netwerkmomenten voor de gemeentelijke medewerkers en andere betrokkenen rond het onderhoud van de fietssnelwegen.

In Oost-Vlaanderen is op dit moment 312,5 kilometer vrijliggende fietssnelweg gerealiseerd. Voor 2021 vroegen 27 lokale besturen subsidies aan met betrekking tot het onderhoud van in totaal 159 kilometer fietssnelweg. De totale financiële ondersteuning waar de gemeenten op die manier aanspraak kunnen op maken, bedraagt 126 000 EUR. Ter vergelijking: in 2020 werd voor 112 000 EUR subsidies uitgekeerd voor het onderhoud van in totaal 140 kilometer fietssnelweg.

Het regulier onderhoud van gemeenten dat in aanmerking komt voor provinciale subsidies omvat de volgende werkzaamheden:

  • Maaien: minstens twee keer per jaar, 1 meter aan weerszijden van de fietsweg zodat de volle breedte van de fietsweg vrij blijft.
  • Vegen: de fietsweg zo vaak als nodig vegen zodat fietsers geen hinder ondervinden van bladval en andere vervuiling van het wegdek.
  • Snoeien: van bomen en houtkanten zodat de fietsweg zelf vrij blijft.
  • Ruimen: van grachten en waterlopen naast de fietssnelweg in het beheer van de gemeente zodat wateroverlast op de fietssnelweg vermeden wordt.
  • Winterdienst: het sneeuw- en ijsvrij maken van de fietsweg door middel van ruimen of strooien.

De Testkaravaan houdt halt in AZ Nikolaas

De Testkaravaan trekt verder door de Provincie Oost-Vlaanderen. Na een succesvolle doortocht bij het gemeentebestuur van Wetteren en in Gent bij het AZ Sint-Lucas, het Jan Palfijnziekenhuis en de Sint-Gregorius-scholengroep, hield de Testkaravaan op maandag 8 maart halt in het AZ Nikolaas in Sint-Niklaas. Medewerkers van het AZ kunnen dankzij het project van de Provincie Oost-Vlaanderen gedurende drie weken een duurzaam vervoersmiddel uittesten voor hun woon-werkverkeer.

“Op de fiets of tijdens een rit met het openbaar vervoer kunnen mensen na het werk het hoofd even leegmaken, want een gezonde geest in een gezond lichaam is belangrijker dan ooit. Het weer wordt warmer, de dagen worden langer: het begin van de lente is hét ideale moment om de auto aan de kant te laten. Met de testkaravaan hopen we mensen te inspireren om ook op langere termijn voor meer duurzame mobiliteit te kiezen.”

gedeputeerde Riet Gillis, bevoegd voor Mobiliteit

Het testaanbod bestaat uit speedpedelecs, elektrische fietsen, elektrische bakfietsen en probeerpasjes van De Lijn, NMBS en Blue Bike.

Alle 44 testfietsen worden geleverd door Ateljee uit Gent. Het maatwerkbedrijf zorgt ervoor dat de fietsen steeds in perfecte staat zijn zodat de gebruikers een fijne fietservaring beleven. Het onderhoud wordt gedaan in de eigen professioneel uitgeruste herstelwerkplaats van trans-fair, het fietsproject van Ateljee. Ateljee verzorgt ook het volledige logistieke proces: het leveren van de fietsen bij de bedrijven, het toelichten van het gebruik ervan en het terug ophalen op het einde van de gebruiksperiode, inclusief nazicht.

De testkaravaan werpt vruchten af

De testkaravaan trekt sinds 2018 door de Provincie Oost-Vlaanderen. De evaluaties door de testers leverden de voorbije drie jaar heel positieve resultaten op. Die wijzen erop dat het testkaravaanproject mensen echt warm maakt om hun verplaatsingsgewoontes duurzaam te veranderen.

Zo was 81% van de testers na de testperiode overtuigd om een alternatief en duurzaam vervoermiddel te gebruiken voor hun woon-werkverkeer. Maar liefst 62% van de werknemers die tot nu met de wagen naar het werk kwamen, wilden voortaan de (elektrische) fiets kiezen als hoofdvervoermiddel voor woon-werkverkeer. 42% van de werknemers die al de fiets namen naar het werk, gaven aan deze in te zullen ruilen voor een elektrische fiets. Tot slot gaven de testers een tevredenheidsscore van 92% voor de gekoppelde service aan hun testvoertuig (uitleg, pechverhelping, herstelling,…), verzorgd door het maatwerkbedrijf Ateljee.

Heel wat bedrijven schreven zich al in voor de testkaravaan zodat hun werknemers kunnen proeven van een duurzaam alternatief voor woon-werkverkeer. De volgende haltes van de testkaravaan in Sint-Niklaas zijn Schoenen Torfs, Sabcobel en Interwaas. Nadien wordt halt gehouden aan de Artevelde Hogeschool en de Campus Ardoyen in Gent.

Nederland, België en Vlaanderen zetten schouders onder spoorlijn Gent-Terneuzen

Provincie Oost-Vlaanderen tekent intentieverklaring

Nederland, België en Vlaanderen gaan samen de ontsluiting van North Sea Port per spoor verder uitwerken. Daartoe ondertekenden diverse partijen, waaronder Provincie Oost-Vlaanderen, op woensdag 24 februari een intentieverklaring tijdens een bestuurlijke rondetafelbijeenkomst over het project Rail Gent-Terneuzen.

De ondertekenaars gaan samen verder plannen uitwerken voor een betere spoorontsluiting in North Sea Port tussen Gent en Terneuzen. Ze beogen hierbij drie infrastructuurprojecten: een nieuwe verbinding op de oostoever tussen het Nederlandse Axel en het Belgische Zelzate, een nieuwe zuid-oostboog in het spoor ten oosten van de Sluiskilbrug (Nl), en de uitbreiding en ontsluiting naar het noorden van de spoorbundel ‘Zandeken’ aan het Kluizendok (B).

Nederland en België/Vlaanderen voorzien samen vier miljoen euro (50/50) voor de verdere planuitwerking van Rail Gent-Terneuzen. De ondertekenaars zijn hoopvol dat Europa dit unieke grensoverschrijdende spoorproject mee financiert en zullen zich daarvoor gezamenlijk inzetten. Met de ondertekening van de intentieverklaring kondigt zich een nieuwe fase aan in de projectontwikkeling: de nadere uitwerking van de plannen tot 2024. De intentieverklaring voorziet ook in afspraken voor de verdere invulling van het proces en criteria om keuzes te maken.

Sterke samenwerking

De intentieverklaring werd ondertekend door de Nederlandse staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven, de Belgische minister van Mobiliteit Georges Gilkinet, en de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters. Aan Belgische en Vlaamse zijde tekenden het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderende Stad Gent en de Oost-Vlaamse gouverneur Carina Van Cauter de verklaring. Aan Nederlandse zijde tekenden de Provincie Zeeland, de gemeente Terneuzen en ProRail mee. Als Nederlands-Vlaamse haven ondertekende ook North Sea Port de intentieverklaring.

“De intentieverklaring is een nieuwe mijlpaal voor de verbetering van het spoornetwerk tussen Gent en Terneuzen en brengt personenvervoer een stap dichterbij.”

Carina Van Cauter, gouverneur provincie Oost-Vlaanderen

Een grensoverschrijdende regio met betere en duurzame ontsluiting

Het gebied rond Gent en Terneuzen ontwikkelt zich meer en meer tot één samenhangende grensoverschrijdende regio, bijvoorbeeld inzake arbeidsmarkt, woningmarkt, cultuur en zorg. De fusie van North Sea Port tot een grensoverschrijdende haven in 2018 versterkt deze ontwikkeling.

De ondertekenende partijen uit Nederland, België en Vlaanderen delen deze ambitie voor regionale groei en de ontwikkeling van een dynamisch en florerend North Sea Port. Een verdere ontwikkeling van de spoorontsluiting in het havengebied is daarbij essentieel. Die zorgt immers voor een betere bereikbaarheid van de bedrijven.

“‘Meer en beter spoor is cruciaal voor de verdere ontwikkeling van North Sea Port waar 525 bedrijven actief zijn en 100.000 mensen een job hebben.”

Kurt Moens, eerste gedeputeerde

Het bevordert de ontwikkeling van het multimodaal vervoer in de haven waardoor het spoor beter kan samengaan met vervoer van goederen via binnenvaart, zeevaart, weg en pijpleiding. Extra spoorontsluitingen passen ook in het klimaatbeleid door in te zetten op duurzaam transport en leefbaarheid rond en in het havengebied. Dit kan in de toekomst ook reizigersvervoer per trein mogelijk maken.